In het journaal hoor ik dat medisch personeel uit ziekenhuizen wordt ingezet om versterking te bieden in de woonzorgcentra. Top!
In ditzelfde bericht wordt er benadrukt dat er weinig middelen zijn. Kort wordt er ook even vermeld dat psychologen gratis hun diensten aanbieden in diezelfde woonzorgcentra om bij te springen waar nodig. Dit maakt me kwaad. 
In tijden waarin het plots lukt om heel wat sectoren een stevige corona-premie te geven, waarin er zelfs wordt nagedacht over waardebonnen voor tweedeverblijvers, is het blijkbaar niet mogelijk om de psychologen gewoon nog maar te betalen voor hun diensten. 

Plots vinden we ons als psychologen terug op de lijst van essentiële zorgberoepen.
Plots vinden we een erkenning door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in onze mailbox.
Plots verschijnen er in de media dagelijks berichten over de mentale impact van deze pandemie.
Maar nog steeds lukt het de overheid blijkbaar niet om ons beroep ook financieel naar waarde te schatten en te erkennen. Nog steeds wordt er gerekend op onze goodwill en op het vrijwillig en kosteloos inzetten van onze diensten. 

Geen woord van kritiek voor de psychologen die zich vrijwillig inzetten. Wat ze doen is erg mooi.
Dit is wie we als hulpverlener in onze kern allemaal zijn.
We willen helpen, we willen zorgen, daar ligt ons hart, dat is de reden waarom we kozen voor dit beroep.
Toch voelt het wrang. Meer en meer krijg ik het gevoel dat er misbruik wordt gemaakt van het feit dat wij blijven zorgen. Het lijkt of men weet dat we zullen doorgaan, dat men weet dat we vaak meer zorgen voor anderen dan voor onszelf, en dat men er zelfs op rekent dat we vrijwillig blijven inspringen waar nodig.
Vrijwilligerswerk en solidariteit zijn mooi, maar naar mijn mening pas mogelijk als er daaronder een basis ligt van waaruit men kan vertrekken. Die basis ontbreekt.

Nog steeds moeten we ons regelmatig verdedigen. Niet zelden moeten we anderen er ook vandaag nog van overtuigen dat we niet 'gewoon wat luisteren en praten'. Wist je dat een psycholoog, net zoals een arts, verpleegkundige, leerkracht, of bakker, ook een degelijke opleiding volgde? De meesten van ons volgden na een academische basisopleiding van 5 jaar, een bijkomende specialisatieopleiding van nog eens minimum 3 jaar. Na minstens 8 jaar studeren doen we heus wel meer dan enkel luisteren en praten.
Het praten en luisteren helpt ons om op basis van wetenschappelijke inzichten en onze praktijkervaringen, te zoeken naar wat de ander precies nodig heeft. In overleg komen we tot onderbouwde inzichten die helpend kunnen zijn, en we zoeken als psycholoog naar manieren om deze zo goed mogelijk over te brengen. We oefenen samen met de ander vaardigheden en technieken die kunnen helpen om met de klachten om te gaan. 
Verder gaan we naast onze gesprekken voortdurend op zoek naar wetenschappelijke informatie, structureren we de informatie, maken we analyses, stellen we behandelplannen op, en blijven we ons regelmatig bijscholen door het volgen van studiedagen en workshops. We organiseren structureel overleg met collega's om ons werk in vraag te blijven stellen en om onszelf te blijven uitdagen.
En elk moment waarop we geconfronteerd worden met iets dat ons doet denken aan onze gesprekken, aan onze behandelingen, en aan de personen die we ondersteunen, zijn we met ons hoofd en hart bij hen.
En dat alles doen we,
elke dag,
zéér graag, 
met liefde, zorg, en toewijding.

Als we worden erkend als essentieel zorgberoep, als men ervan overtuigd is dat deze pandemie een weerslag heeft en zal hebben op de mentale gezondheid van ieder van ons, waarom voel ik me dan toch genoodzaakt om dit alles op te lijsten? Waarom voel ik dan nog steeds dat ik me moet verantwoorden over waarom men ons wél serieus moet nemen?
Als mijn schoonzus, die geen psycholoog maar huisarts is, haar mond eveneens openvalt over het feit dat we ook nu overal gratis worden ingezet, dan lijkt er misschien toch ergens iets niet helemaal te kloppen.