Het is op, de rek is eruit, onze weerbaarheid brokkelt steeds meer af. 
Ik merk het bij de mensen die ik begeleid, 
bij de mensen rondom mij (die ik hoor, maar toch vooral niet zie)
ik lees het in de krant,
en merk het bij mezelf.

Voor- en tegenstanders van de maatregelen groeperen zich,
er wordt elkaar de les gespeld, elke dag meer,
geweld wordt ingezet.

Ik hoorde op het kinderjournaal deze week een deskundige zeggen
‘het is belangrijk dat we creatief blijven’ en voelde irritatie bij deze woorden.
In april 2020 waren we creatief, zochten we uitdagingen binnen veranderende grenzen.
Vandaag zijn we op, zijn we moe van het steeds weer zoeken, verliezen we motivatie, en missen we perspectief.

De voorbije maanden werd er gegoocheld met maatregelen. Sommige hielden al meer steek dan anderen. Logisch, we kenden het virus nog onvoldoende, we waren bang. In dat geval is het begrijpelijk om op veilig te spelen. Better safe then sorry.

Inmiddels leerden we het virus beter kennen, en kreeg onze angst en paniek de tijd om weer enigszins tot rust te komen. 
En toch, ondanks bijkomend onderzoek, ondanks meer inzicht en info, blijven we op automatische piloot veiligheidsgedrag stellen, blijven we maatregelen volgen die oorspronkelijk uiterst goed bedoeld werden genomen uit angst.

Velen zijn de maatregelen beu, zijn boos, gefrustreerd, en poneren steeds meer extreme standpunten over hoe alle maatregelen overbodig zijn. Laat ons duidelijk zijn, dit is niet helpend, en zorgt voor een pro vs anti, voor een zwart vs wit.

Eveneens niet helpend is het klakkeloos volgen van de maatregelen, zonder deze in vraag te durven stellen. 
Inmiddels is bij de meesten de eerste angst gaan liggen, en is er weer ruimte om op zoek te gaan naar rationaliteit. Laten we deze ruimte gebruiken.
Het lijkt me uitermate zinvol om onze energie die nog rest actief in te zetten op onderzoek dat aantoont dat maatregelen wel degelijk hun nut en functie hebben. Zo lang we geen sluitend bewijs hebben, neemt onze motivatie steeds meer af.

Neem bijvoorbeeld mondmaskers, ze beschermen ons als we ze goed gebruiken. Theoretisch gezien zonder twijfel dus een goed idee.
Theorie is echter geen praktijk. 
Inmiddels hebben we allemaal de kennis en weten we hoe we een mondmasker zouden horen te gebruiken. Helaas, kennis motiveert niet. De praktijk, de factor ‘mens’ moet mee omvat worden in het onderzoeken of de voordelen van bijvoorbeeld deze mondmaskers opwegen tegen de nadelen ervan. Als dit effectief zo is, gaan we er uiteraard gewoon mee door.

Er moet duidelijkheid komen over wat werkt en waarom het werkt. Er moet ook toegegeven kunnen worden wat niet werkt, en wat we dus gerust achterwege mogen laten. Enkel zo kunnen we volhouden. De minste twijfel haalt onze motivatie onderuit.

Om een antwoord te vinden op de vraag of de maatregelen effectief bijdragen tot het doel dat we voor ogen hebben, moeten we ook dit doel scherp blijven stellen. We lijken soms te vergeten dat het niet gaat om als individu te vermijden van ziek te worden of dood te gaan. Het doel is het vermijden van het met zijn allen tegelijk in het ziekenhuis terecht te komen en zo de zorgcapaciteit te overschrijden.

We vermijden momenteel hardnekkig om met zijn allen dood te gaan en dat is begrijpelijk. We moeten ons misschien ook steeds meer de vraag durven stellen of het leven voor een aantal van ons nog waardevol genoeg is om deze dood te willen vermijden.
We willen bewijzen dat we dit alles onder controle hebben als we maar hard genoeg ons best doen. Is dit zo?
Misschien moeten we durven aanvaarden dat onze controle beperkingen kent,
durven aanvaarden dat we ‘de strijd’ niet kunnen winnen op een manier die ons ideaal lijkt,
dat we er misschien zelfs helemaal niet in slagen te ‘winnen’. 
Wat niet wil zeggen dat we de handdoek in de ring gooien, 
wat niet wil zeggen dat we opgeven, 
wat niet wil zeggen dat het ons onverschillig laat.

Wel, dat we durven zoeken naar een manier om het virus in de armen te sluiten, om manieren te vinden van samenleven met elkaar, om onszelf af te vragen welke risico's we bereid zijn om te nemen.