22 maart 2019Comments are off for this post.

Alles of niets

Alles volledig onder controle of alle remmen los.
Je loopt een marathon of je loopt niet. Je eet nooit meer suiker, of 3 koffiekoeken na elkaar.
Waarom zijn onze nieuwjaarsvoornemens steeds weer: Volledig stoppen met chocolade, en moeten we dit jaar wéér minstens 3x/week naar de fitness. Alle grijstinten overboord.

Innerlijke rebel
Onze innerlijke rebel wil enkel maar meer chocolade als dat eigenlijk niet mag. Waarom leggen we onszelf dan toch telkens opnieuw zo'n strikte regels op? En waarom zijn we toch steeds weer verbaasd als het ons niet lukt deze na te leven?
Alles, een gevolg van niets. Alles, moeilijk vol te houden, enkel niets evenzeer.

Om zeep
Het is nu toch om zeep, wat maakt het nu nog uit.
En dus: alle remmen los. In de literatuur omschreven als het ‘what-the-hell-effect’. Reeds in 1975 werd aangetoond dat personen die op dieet waren, na het drinken van een milkshake, veel meer ijs consumeerden dan personen die geen restrictieve (di)eetregels hanteerden. 44 jaar later, en nog steeds proberen we onszelf restricties op te leggen, proberen we om de touwtjes zo strak mogelijk in handen te nemen om ons doel te bereiken. En als het ons niet lukt: nog meer restricties, nog meer regels, nu gaan we het beter doen, nog strenger.
Vicieuze cirkel, here I come.

Strenge ouders
Wat betreft de opvoeding van onze kinderen is er reeds enige consensus: een strikt autoritaire opvoedingsstijl is niet degene die de meeste ouders willen nastreven. Waarom zouden we dit dan wel willen voor onszelf?
Wat als we koffiekoeken zouden eten als we hier eens een keer zin in hebben, als we chocolade niet als een verboden vrucht zouden zien, en als het oké is om deze week een rondje te willen joggen, en volgende week weer even niet.

Waarom
Leren luisteren naar wat ons lichaam en wat wij als persoon écht graag willen, een goed plan!
Vraag jezelf af: Wat is de bedoeling? Waarom eet ik (niet)? Waarom lig ik in de zetel? Is dat hetgene wat ik nodig heb? Of hongert ons lichaam, onze persoon naar iets anders? Wat wil ik écht? Wat brengt me dichter bij wie ik graag wil zijn?

Eng
We hebben schrik, dat als we de controle zouden lossen, het uit de hand zou lopen.
Net zoals bij de opvoeding van onze kinderen, is loslaten best eng en moeilijk. Maar ook daar gaan we op zoek naar een evenwicht tussen het stellen van realistische grenzen, en ruimte om fouten te mogen maken. Ook daar is er het besef dat het stellen van méér grenzen, niet noodzakelijk tot meer gehoorzaamheid leidt. We proberen om naast streng, vooral ook lief en begripvol te zijn. We durven erop vertrouwen dat niet enkel grenzen, straf, en restricties, maar vooral ook geduld, aanvaarding, en autonomie de zaken zijn die hen zullen doen groeien tot wie ze willen worden.
Waarom geldt dat plots niet meer voor ons?

19 oktober 2018Comments are off for this post.

Ook maar mensen #3: Schaamte

Ik hoor het voortdurend bij de personen die ik ondersteun in hun herstel: Er is schaamte. Deze schaamte maakt het vaak moeilijk om de zaken te doen waarvan we weten dat ze belangrijk zijn om te kunnen groeien.

Er zijn redenen genoeg om zaken voor jezelf te houden, maar wanneer de reden schaamte is, voelt dit toch vooral vervelend en beperkend.

Ook maar mensen
Als therapeut motiveren we cliënten om zich niet te laten leiden door schaamte en onzekerheid. We leren ze met mildheid kijken naar hun aangename en minder aangename kanten. Mooi toch? Het lijkt een makkie, gooi maar overboord die schaamte, niet helpend.

Ik ben dankbaar, hoe ik, dit alles wetende als therapeut, toch ook zelf (want ja hoor, 'ook maar mensen’) deze hardnekkige schaamte heb mogen ervaren. Hoe ik heb mogen ervaren hoe sterk dit gevoel kan zijn. Hoe je weet dat het helpend zou zijn je niet te laten leiden door dit gevoel, en het toch geen evidentie is om dit ook echt te doen.
En we horen het graag, dat het taboe op psychische problemen stilaan verdwijnt. De praktijk leerde me helaas iets anders.

Ik denk dus ik schaam
Ik herstelde zelf van een eetstoornis. Niet op 1-2-3, en niet zonder vallen en weer opstaan. Maar het moeilijkste was misschien wel het feit dat het nog jaren duurde vooraleer ik erin slaagde de schaamte hierover te overwinnen. Je zou denken, als er één plaats is waar er geen taboe heerst, is het toch wel daar, psychologen onder elkaar. Was het maar zo. Vooroordelen zijn er overal.
En geloof me, het voelt nogal verwrongen: Enerzijds voorvechter willen zijn in het doorbreken van het taboe op psychische problemen, anderzijds de lippen stijf willen houden door schaamte, angst en onzekerheid over eigen kwetsbaarheden.

- Een psycholoog die zelf te maken kreeg met een psychisch probleem, is die wel in staat zijn job te doen? - Deel ik dit best wel of beter toch maar niet tijdens een sollicitatiegesprek? - Vinden cliënten me een incompetente therapeut wanneer ze dit weten? - Zullen andere hulpverleners nog wel cliënten verwijzen? - Gaan mensen wel geloven dat ik hersteld ben? - Gaan ze nu focussen op mijn eetgedrag, op hoe ik eruitzie, en daarover oordelen? - Gaan ze me enkel nog zien als 'het probleem’? - Kan ik wel mensen begeleiden die worstelen met soortgelijke problemen? - Zijn het niet net mijn blinde vlekken die me overtuigen dat ik hiervoor wél de competenties heb? - Kan ik wel genoeg afstand nemen? - Voldoende objectief zijn? - Kan ik nog wel een goede hulpverlener zijn? …

Hierboven alvast een greep uit het onuitputtelijke aanbod aan vragen en onzekerheden geproduceerd door mijn grijze massa. Eén voor één prachtexemplaren die gracieus hielpen de schaamte in stand te houden.

Het zou uiteraard in mijn nadeel pleiten, moest ik me deze vragen niet stellen. Zelfreflectie binnen ons beroep: essentieel.

Even essentieel? - Het goede voorbeeld geven.
Hoe kunnen we verwachten van cliënten dat ze hun kwetsbaarheid tonen, als we onszelf groot en sterk willen houden?

Bekentenissen
Ik verbaas me nog steeds wanneer ik bij collega's, vrienden, familie eigen kwetsbaarheden deel. Steeds opnieuw leidt dit tot onverwachte, voorzichtige, en vaak zeer herkenbare 'bekentenissen' van de ander. Ik zeg bekentenissen, want zo voelt het. Alsof die ander opgelucht is. Opgelucht, dat er eindelijk ruimte is om deze 'schaamtelijke' kant te mogen en kunnen opbiechten. Maar waar schamen we ons toch voor?
Hoe komt het toch,
dat pas wanneer je zelf toegeeft bang te zijn, je hoort dat de ander zich ook wel eens angstig voelt;
dat pas wanneer je vertelt dat het jou even te veel is, de ander toegeeft ook wel eens een potje te janken in zijn zetel;
dat de ander pas durft spreken over zijn bezoek aan de psycholoog, nadat je zelf aangeeft hoezeer het jou geholpen heeft.
We worstelen allen met gelijkaardige, menselijke thema's en uitdagingen. We slagen er vreemd genoeg in om ze voor onszelf te categoriseren als abnormaal en schaamtelijk.

Daarom zie ik het als onze taak,
als psycholoog,
als ijveraar voor het doorbreken van het taboe op geestelijke gezondheid,
als mens,
om niet enkel onze cliënten te motiveren, maar om alvast zelf de moed te hebben om (ondanks onze persoonlijke lijst aan vragen en onzekerheden), te durven, te delen, op die momenten dat het er toe doet. Om te normaliseren. Want iedereen worstelt, elk op een eigen manier, soms meer, soms minder.
Ik wil er voor strijden dat schaamte niet hetgene is dat ons tegenhoudt om vérder te gaan.

En als we ons dan toch graag willen schamen, moeten we dat misschien doen voor het feit dat we er nog steeds niet in geslaagd zijn om het taboe te doorbreken. Dat het ons nog steeds maar moeizaam lukt om eindelijk eens gewoon normaal te doen over psychische problemen.

7 september 2018Comments are off for this post.

Bodyshaming

Gisteren woonde ik de kennisdag van Eetexpert vzw - 'Mythes over eten en gewicht in de praktijkkamer' bij, en ook daar werd nogmaals duidelijk dat het tijd is voor meer nuance;
dat het tijd wordt onze veronderstellingen en mythes onder de loep te nemen;
en dat overgewicht, ondergewicht, en eetstoornissen in welke vorm dan ook, meer gemeenschappelijk dan verschillend zijn.


Banaan, appel, peer
Bodyshaming, vaak gezien als (zelf)kritiek op 'te dik' en in één adem daarbij: 'ongezond'.
Inmiddels ook vaak gelinkt aan de tegenreactie erop: Een groep ‘curvy’ vrouwen die opkomen voor de verandering van het slanke ideaalbeeld.
Maar laten we het even ruimer zien dan dat.
Alles wat afwijkt van ‘de norm’ wordt bekritiseerd. Er is geen ruimte voor nuance.
Dikke mensen gaan elke dag naar de Mcdonalds, magere mensen hebben anorexia en eten alleen maar sla.

De dingen in hokjes plaatsen, super-zinvol, echt waar.
- Banaan, appel, peer: hokje fruit.
- Fietsers op het fietspad, auto's op de baan.
- spaghetti als warme maaltijd, cornflakes als ontbijt.
Een dag zou ongetwijfeld een pak vermoeiender zijn zonder deze hokjes.
Maar het is misschien niet zo'n slecht idee om ons wat vaker bewust te zijn van het feit dat we dit doen, en vooral van de manier waarop we dit doen.

Like!
Is het de schuld van de grote, boze media? Wellicht niet helemaal. Maar de rol van (sociale) media kan hierbij ook niet miskend worden. Ongenuanceerde nieuwsberichten verspreiden zich erg snel, worden snel voor waar genomen, en onverbloemde meningen worden zonder nadenken gespuwd. Een mening verkondigen, zonder rechtstreeks geconfronteerd te worden met het effect dat je uitspraak heeft op mensen? Lekker comfortabel toch.

Yes you can!
Verder zijn we er om één of andere reden ook van overtuigd dat we zelf verantwoordelijk zijn voor hoe we eruit zien, ‘de maakbare mens’ zoals ze dat dan noemen.
Lukt het ons allemaal even niet zo goed in ons leven?
Eigen schuld! Dan moeten we gewoon wat harder ons best doen.
Te dik, eet gewoon wat minder.
Te mager, ga wat vaker naar de frituur en eet wat hamburgers.
Simpel.

What if you can't?
Wat zou er nu gebeuren als we de tijd zouden nemen om te nuanceren?
Wat als, we zouden stilstaan bij het feit, dat hoe iemand eruit ziet, niet zomaar de eigen verantwoordelijkheid is?
Wat als, we zouden benadrukken dat iedereen is geboren met een ander lichaam, andere vormen, een ander temperament, andere vaardigheden, talenten, en mogelijkheden?
Wat als, we zouden accentueren dat de vrije wil van de mens zijn beperkingen kent? Dat we allemaal al eens thuiskwamen met die reep chocolade en zak chips die we kost wat kost niet meer in huis gingen halen.
Wat als, we zouden beseffen dat dik of dun niet steeds een goede maatstaf zijn voor gezondheid?
Wat als, we zouden afstappen van ‘de perfecte norm’, en met respect en waardering zouden kijken naar de mens in al zijn vormen en kleuren, en zouden proberen te ontdekken wat de essentie is.
Wat als, we eens zouden kijken naar wat ons lichaam allemaal kan, zouden respecteren wat het niet kan, en kunnen zien dat dat eigenlijk allemaal nogal behoorlijk fantastisch is.

11 maart 2018Comments are off for this post.

Diabetes aanvaarden, makkelijker gezegd dan gedaan

Vanmorgen was ik uitgenodigd in Huize Berchem.
Ik had er de eer een fijne groep leden van de Diabetesliga (Regio Antwerpen-Zuid) wat meer te vertellen over:
- Het aanvaarden van diabetes
- De mogelijke rol van een psycholoog in de diabetesbehandeling

Hieronder een korte samenvatting van de ochtend:


ROUW wordt vaak enkel gelinkt aan een overlijden, maar is een veel ruimer begrip.
Omgaan met verlies gebeurt bijvoorbeeld ook wanneer er sprake is van een chronische ziekte zoals diabetes. We zien hierbij dezelfde mechanismes, dezelfde processen, dezelfde soort overweldigende emoties. Er is de confrontatie met een voor en na, er is de zoektocht naar aanpassingen, er is het zoeken naar hoe men nu verder moet.

 


De diagnose diabetes kan jouw balans uit evenwicht brengen. Het proces van aanvaarding is deze zoektocht naar een nieuw evenwicht.

 


Stress heeft een directe impact op je glycemie via neuro-endocrine processen.
Verder is er ook een indirect verband tussen stress en diabetesregulatie door verminderde zelfzorg.

 


Aanvaarding betekent TOELATEN
van alles wat op je afkomt, zonder ervan weg te lopen, en zonder je te laten overspoelen
Aanvaarding betekent AANPASSEN,
sleutelen tot je de oplossing vindt om te kunnen doen wat jij belangrijk vindt in het leven.
Om ten slotte te komen tot het INTEGREREN van de ziekte.
Je bent niet diabetes. Diabetes is niet de hele taart.
Je bent een man of vrouw, een  zoon of dochter, een vader of moeder misschien, een werknemer, tennisser, tv-kijker, en een diabetespatiënt.

 


Metafoor: Diabetes als een 'unwelcome party guest'
filmpje via link: https://www.youtube.com/watch?v=cOSSKArYbZU

 

 


Wat we denken en voelen bepaalt het gedrag dat we stellen. Dit gebeurt vaak vrijwel automatisch.
Het bewustzijn over denken en voelen vergroten, stelt ons in staat om een keuze te maken over of we deze automatische gedragingen willen uitvoeren.

 


Het proces van aanvaarding stopt nooit, het blijft een continue zoeken naar evenwicht.
Soms lukt dit prima, dan weer even niet.
Jijzelf en jouw omgeving veranderen voortdurend, en blijven dus ook vragen om aanpassingen.
Het blijft een zoeken naar een evenwicht in loslaten en vastnemen van emoties en gedachten.
Het blijft zoeken naar concrete aanpassingen en oplossingen voor de uitdagingen die zich keer op keer weer stellen.

 


Wanneer het niet (meer) lukt om een evenwicht te vinden,
kan het zinvol zijn om de hulp van een psycholoog in te schakelen.
Hij of zij heeft geen magische oplossingen, maar kan wel SAMEN,
vanuit zijn expertise, met jou, op zoek naar wat jij nodig hebt.
Samen zoeken jullie uit wat kan helpen om de grote berg die diabetes soms is, verder te beklimmen.

 


De theorie is helder, simpel, en duidelijk. De praktijk is dat duidelijk niet!
We zijn niet perfect, we maken fouten, en dat is oké.

 


Wees mild, net en vooral wanneer het minder gaat.
Jezelf op die momenten nog eens extra op je kop geven, gaat het écht niet beter maken.
Vergeef jezelf, zoek troost en steun bij anderen, lach er misschien zelfs nu en dan om.
Ga op zoek naar wat je een volgende keer anders kan doen,
en blijf proberen, proberen, en proberen.
Hoeveel keer ben je gevallen vooraleer je kon lopen?

 

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

19 februari 2018Comments are off for this post.

Beter niet beter

 

Voor alle momenten in de therapiekamer waarbij schaamte, onzekerheid, en eenzaamheid de problemen groter, complexer, hardnekkiger, en moeilijker maakt.

 

Dragen we beter make-up? Geldt dit enkel voor vrouwen of niet?
Dragen we beter een hoofddoek, geloven we best in God, in Allah, of beter helemaal niet?
Vallen we beter op het andere geslacht; is het beter ons duidelijk man óf vrouw te voelen of net niet?
Eten we beter plantaardig, glutenvrij, zijn we beter wat te dik of toch maar beter niet?
Blijven we beter thuis voor de kinderen? Gaan we voor carrière?
Is het beter te pretenderen alles onder controle te hebben?
Gaan we in therapie of toch maar beter niet?

Artikels, opinies, reacties pro en contra.
Als een bulderende lawine komen ze op ons af, proberen ze ons te overtuigen waarom het beter is 'zó'.
Uiteraard, om de ‘juiste’ keuzes te maken zijn we best goed geïnformeerd.

Maar,
Laat ons, alstublieft, nog zelf beslissen wat 'juist' is voor ons.
Laat ons de maatschappelijke norm (wat dit vage en continue veranderende begrip ook moge betekenen), niet als de ‘betere' zien,
Laat ons elkaar de vrijheid blijven geven, om te mogen kiezen voor die zaken die ons leven meer waardevol maken, met respect voor de ander.

Anders is anders,
niet meer, niet minder,
niet beter, niet slechter,
gewoon, anders.

Laat ons waakzaam blijven voor lawinegevaar,
voor een bulderende lofzang over eigen ideeën en keuzes,
Laat ons waakzaam blijven,
en vermijden dat respect voor ’anders' ondersneeuwt.

Stoppen met hokjesdenken is misschien een illusie,
maar laat de hokjes, alstublieft, ten minste gelijkwaardig zijn.