22 maart 2019Comments are off for this post.

Alles of niets

Alles volledig onder controle of alle remmen los.
Je loopt een marathon of je loopt niet. Je eet nooit meer suiker, of 3 koffiekoeken na elkaar.
Waarom zijn onze nieuwjaarsvoornemens steeds weer: Volledig stoppen met chocolade, en moeten we dit jaar wéér minstens 3x/week naar de fitness. Alle grijstinten overboord.

Innerlijke rebel
Onze innerlijke rebel wil enkel maar meer chocolade als dat eigenlijk niet mag. Waarom leggen we onszelf dan toch telkens opnieuw zo'n strikte regels op? En waarom zijn we toch steeds weer verbaasd als het ons niet lukt deze na te leven?
Alles, een gevolg van niets. Alles, moeilijk vol te houden, enkel niets evenzeer.

Om zeep
Het is nu toch om zeep, wat maakt het nu nog uit.
En dus: alle remmen los. In de literatuur omschreven als het ‘what-the-hell-effect’. Reeds in 1975 werd aangetoond dat personen die op dieet waren, na het drinken van een milkshake, veel meer ijs consumeerden dan personen die geen restrictieve (di)eetregels hanteerden. 44 jaar later, en nog steeds proberen we onszelf restricties op te leggen, proberen we om de touwtjes zo strak mogelijk in handen te nemen om ons doel te bereiken. En als het ons niet lukt: nog meer restricties, nog meer regels, nu gaan we het beter doen, nog strenger.
Vicieuze cirkel, here I come.

Strenge ouders
Wat betreft de opvoeding van onze kinderen is er reeds enige consensus: een strikt autoritaire opvoedingsstijl is niet degene die de meeste ouders willen nastreven. Waarom zouden we dit dan wel willen voor onszelf?
Wat als we koffiekoeken zouden eten als we hier eens een keer zin in hebben, als we chocolade niet als een verboden vrucht zouden zien, en als het oké is om deze week een rondje te willen joggen, en volgende week weer even niet.

Waarom
Leren luisteren naar wat ons lichaam en wat wij als persoon écht graag willen, een goed plan!
Vraag jezelf af: Wat is de bedoeling? Waarom eet ik (niet)? Waarom lig ik in de zetel? Is dat hetgene wat ik nodig heb? Of hongert ons lichaam, onze persoon naar iets anders? Wat wil ik écht? Wat brengt me dichter bij wie ik graag wil zijn?

Eng
We hebben schrik, dat als we de controle zouden lossen, het uit de hand zou lopen.
Net zoals bij de opvoeding van onze kinderen, is loslaten best eng en moeilijk. Maar ook daar gaan we op zoek naar een evenwicht tussen het stellen van realistische grenzen, en ruimte om fouten te mogen maken. Ook daar is er het besef dat het stellen van méér grenzen, niet noodzakelijk tot meer gehoorzaamheid leidt. We proberen om naast streng, vooral ook lief en begripvol te zijn. We durven erop vertrouwen dat niet enkel grenzen, straf, en restricties, maar vooral ook geduld, aanvaarding, en autonomie de zaken zijn die hen zullen doen groeien tot wie ze willen worden.
Waarom geldt dat plots niet meer voor ons?

19 oktober 2018Comments are off for this post.

Ook maar mensen #3: Schaamte

Ik hoor het voortdurend bij de personen die ik ondersteun in hun herstel: Er is schaamte. Deze schaamte maakt het vaak moeilijk om de zaken te doen waarvan we weten dat ze belangrijk zijn om te kunnen groeien.

Er zijn redenen genoeg om zaken voor jezelf te houden, maar wanneer de reden schaamte is, voelt dit toch vooral vervelend en beperkend.

Ook maar mensen
Als therapeut motiveren we cliënten om zich niet te laten leiden door schaamte en onzekerheid. We leren ze met mildheid kijken naar hun aangename en minder aangename kanten. Mooi toch? Het lijkt een makkie, gooi maar overboord die schaamte, niet helpend.

Ik ben dankbaar, hoe ik, dit alles wetende als therapeut, toch ook zelf (want ja hoor, 'ook maar mensen’) deze hardnekkige schaamte heb mogen ervaren. Hoe ik heb mogen ervaren hoe sterk dit gevoel kan zijn. Hoe je weet dat het helpend zou zijn je niet te laten leiden door dit gevoel, en het toch geen evidentie is om dit ook echt te doen.
En we horen het graag, dat het taboe op psychische problemen stilaan verdwijnt. De praktijk leerde me helaas iets anders.

Ik denk dus ik schaam
Ik herstelde zelf van een eetstoornis. Niet op 1-2-3, en niet zonder vallen en weer opstaan. Maar het moeilijkste was misschien wel het feit dat het nog jaren duurde vooraleer ik erin slaagde de schaamte hierover te overwinnen. Je zou denken, als er één plaats is waar er geen taboe heerst, is het toch wel daar, psychologen onder elkaar. Was het maar zo. Vooroordelen zijn er overal.
En geloof me, het voelt nogal verwrongen: Enerzijds voorvechter willen zijn in het doorbreken van het taboe op psychische problemen, anderzijds de lippen stijf willen houden door schaamte, angst en onzekerheid over eigen kwetsbaarheden.

- Een psycholoog die zelf te maken kreeg met een psychisch probleem, is die wel in staat zijn job te doen? - Deel ik dit best wel of beter toch maar niet tijdens een sollicitatiegesprek? - Vinden cliënten me een incompetente therapeut wanneer ze dit weten? - Zullen andere hulpverleners nog wel cliënten verwijzen? - Gaan mensen wel geloven dat ik hersteld ben? - Gaan ze nu focussen op mijn eetgedrag, op hoe ik eruitzie, en daarover oordelen? - Gaan ze me enkel nog zien als 'het probleem’? - Kan ik wel mensen begeleiden die worstelen met soortgelijke problemen? - Zijn het niet net mijn blinde vlekken die me overtuigen dat ik hiervoor wél de competenties heb? - Kan ik wel genoeg afstand nemen? - Voldoende objectief zijn? - Kan ik nog wel een goede hulpverlener zijn? …

Hierboven alvast een greep uit het onuitputtelijke aanbod aan vragen en onzekerheden geproduceerd door mijn grijze massa. Eén voor één prachtexemplaren die gracieus hielpen de schaamte in stand te houden.

Het zou uiteraard in mijn nadeel pleiten, moest ik me deze vragen niet stellen. Zelfreflectie binnen ons beroep: essentieel.

Even essentieel? - Het goede voorbeeld geven.
Hoe kunnen we verwachten van cliënten dat ze hun kwetsbaarheid tonen, als we onszelf groot en sterk willen houden?

Bekentenissen
Ik verbaas me nog steeds wanneer ik bij collega's, vrienden, familie eigen kwetsbaarheden deel. Steeds opnieuw leidt dit tot onverwachte, voorzichtige, en vaak zeer herkenbare 'bekentenissen' van de ander. Ik zeg bekentenissen, want zo voelt het. Alsof die ander opgelucht is. Opgelucht, dat er eindelijk ruimte is om deze 'schaamtelijke' kant te mogen en kunnen opbiechten. Maar waar schamen we ons toch voor?
Hoe komt het toch,
dat pas wanneer je zelf toegeeft bang te zijn, je hoort dat de ander zich ook wel eens angstig voelt;
dat pas wanneer je vertelt dat het jou even te veel is, de ander toegeeft ook wel eens een potje te janken in zijn zetel;
dat de ander pas durft spreken over zijn bezoek aan de psycholoog, nadat je zelf aangeeft hoezeer het jou geholpen heeft.
We worstelen allen met gelijkaardige, menselijke thema's en uitdagingen. We slagen er vreemd genoeg in om ze voor onszelf te categoriseren als abnormaal en schaamtelijk.

Daarom zie ik het als onze taak,
als psycholoog,
als ijveraar voor het doorbreken van het taboe op geestelijke gezondheid,
als mens,
om niet enkel onze cliënten te motiveren, maar om alvast zelf de moed te hebben om (ondanks onze persoonlijke lijst aan vragen en onzekerheden), te durven, te delen, op die momenten dat het er toe doet. Om te normaliseren. Want iedereen worstelt, elk op een eigen manier, soms meer, soms minder.
Ik wil er voor strijden dat schaamte niet hetgene is dat ons tegenhoudt om vérder te gaan.

En als we ons dan toch graag willen schamen, moeten we dat misschien doen voor het feit dat we er nog steeds niet in geslaagd zijn om het taboe te doorbreken. Dat het ons nog steeds maar moeizaam lukt om eindelijk eens gewoon normaal te doen over psychische problemen.

7 september 2018Comments are off for this post.

Bodyshaming

Gisteren woonde ik de kennisdag van Eetexpert vzw - 'Mythes over eten en gewicht in de praktijkkamer' bij, en ook daar werd nogmaals duidelijk dat het tijd is voor meer nuance;
dat het tijd wordt onze veronderstellingen en mythes onder de loep te nemen;
en dat overgewicht, ondergewicht, en eetstoornissen in welke vorm dan ook, meer gemeenschappelijk dan verschillend zijn.


Banaan, appel, peer
Bodyshaming, vaak gezien als (zelf)kritiek op 'te dik' en in één adem daarbij: 'ongezond'.
Inmiddels ook vaak gelinkt aan de tegenreactie erop: Een groep ‘curvy’ vrouwen die opkomen voor de verandering van het slanke ideaalbeeld.
Maar laten we het even ruimer zien dan dat.
Alles wat afwijkt van ‘de norm’ wordt bekritiseerd. Er is geen ruimte voor nuance.
Dikke mensen gaan elke dag naar de Mcdonalds, magere mensen hebben anorexia en eten alleen maar sla.

De dingen in hokjes plaatsen, super-zinvol, echt waar.
- Banaan, appel, peer: hokje fruit.
- Fietsers op het fietspad, auto's op de baan.
- spaghetti als warme maaltijd, cornflakes als ontbijt.
Een dag zou ongetwijfeld een pak vermoeiender zijn zonder deze hokjes.
Maar het is misschien niet zo'n slecht idee om ons wat vaker bewust te zijn van het feit dat we dit doen, en vooral van de manier waarop we dit doen.

Like!
Is het de schuld van de grote, boze media? Wellicht niet helemaal. Maar de rol van (sociale) media kan hierbij ook niet miskend worden. Ongenuanceerde nieuwsberichten verspreiden zich erg snel, worden snel voor waar genomen, en onverbloemde meningen worden zonder nadenken gespuwd. Een mening verkondigen, zonder rechtstreeks geconfronteerd te worden met het effect dat je uitspraak heeft op mensen? Lekker comfortabel toch.

Yes you can!
Verder zijn we er om één of andere reden ook van overtuigd dat we zelf verantwoordelijk zijn voor hoe we eruit zien, ‘de maakbare mens’ zoals ze dat dan noemen.
Lukt het ons allemaal even niet zo goed in ons leven?
Eigen schuld! Dan moeten we gewoon wat harder ons best doen.
Te dik, eet gewoon wat minder.
Te mager, ga wat vaker naar de frituur en eet wat hamburgers.
Simpel.

What if you can't?
Wat zou er nu gebeuren als we de tijd zouden nemen om te nuanceren?
Wat als, we zouden stilstaan bij het feit, dat hoe iemand eruit ziet, niet zomaar de eigen verantwoordelijkheid is?
Wat als, we zouden benadrukken dat iedereen is geboren met een ander lichaam, andere vormen, een ander temperament, andere vaardigheden, talenten, en mogelijkheden?
Wat als, we zouden accentueren dat de vrije wil van de mens zijn beperkingen kent? Dat we allemaal al eens thuiskwamen met die reep chocolade en zak chips die we kost wat kost niet meer in huis gingen halen.
Wat als, we zouden beseffen dat dik of dun niet steeds een goede maatstaf zijn voor gezondheid?
Wat als, we zouden afstappen van ‘de perfecte norm’, en met respect en waardering zouden kijken naar de mens in al zijn vormen en kleuren, en zouden proberen te ontdekken wat de essentie is.
Wat als, we eens zouden kijken naar wat ons lichaam allemaal kan, zouden respecteren wat het niet kan, en kunnen zien dat dat eigenlijk allemaal nogal behoorlijk fantastisch is.

11 maart 2018Comments are off for this post.

Diabetes aanvaarden, makkelijker gezegd dan gedaan

Vanmorgen was ik uitgenodigd in Huize Berchem.
Ik had er de eer een fijne groep leden van de Diabetesliga (Regio Antwerpen-Zuid) wat meer te vertellen over:
- Het aanvaarden van diabetes
- De mogelijke rol van een psycholoog in de diabetesbehandeling

Hieronder een korte samenvatting van de ochtend:


ROUW wordt vaak enkel gelinkt aan een overlijden, maar is een veel ruimer begrip.
Omgaan met verlies gebeurt bijvoorbeeld ook wanneer er sprake is van een chronische ziekte zoals diabetes. We zien hierbij dezelfde mechanismes, dezelfde processen, dezelfde soort overweldigende emoties. Er is de confrontatie met een voor en na, er is de zoektocht naar aanpassingen, er is het zoeken naar hoe men nu verder moet.

 


De diagnose diabetes kan jouw balans uit evenwicht brengen. Het proces van aanvaarding is deze zoektocht naar een nieuw evenwicht.

 


Stress heeft een directe impact op je glycemie via neuro-endocrine processen.
Verder is er ook een indirect verband tussen stress en diabetesregulatie door verminderde zelfzorg.

 


Aanvaarding betekent TOELATEN
van alles wat op je afkomt, zonder ervan weg te lopen, en zonder je te laten overspoelen
Aanvaarding betekent AANPASSEN,
sleutelen tot je de oplossing vindt om te kunnen doen wat jij belangrijk vindt in het leven.
Om ten slotte te komen tot het INTEGREREN van de ziekte.
Je bent niet diabetes. Diabetes is niet de hele taart.
Je bent een man of vrouw, een  zoon of dochter, een vader of moeder misschien, een werknemer, tennisser, tv-kijker, en een diabetespatiënt.

 


Metafoor: Diabetes als een 'unwelcome party guest'
filmpje via link: https://www.youtube.com/watch?v=cOSSKArYbZU

 

 


Wat we denken en voelen bepaalt het gedrag dat we stellen. Dit gebeurt vaak vrijwel automatisch.
Het bewustzijn over denken en voelen vergroten, stelt ons in staat om een keuze te maken over of we deze automatische gedragingen willen uitvoeren.

 


Het proces van aanvaarding stopt nooit, het blijft een continue zoeken naar evenwicht.
Soms lukt dit prima, dan weer even niet.
Jijzelf en jouw omgeving veranderen voortdurend, en blijven dus ook vragen om aanpassingen.
Het blijft een zoeken naar een evenwicht in loslaten en vastnemen van emoties en gedachten.
Het blijft zoeken naar concrete aanpassingen en oplossingen voor de uitdagingen die zich keer op keer weer stellen.

 


Wanneer het niet (meer) lukt om een evenwicht te vinden,
kan het zinvol zijn om de hulp van een psycholoog in te schakelen.
Hij of zij heeft geen magische oplossingen, maar kan wel SAMEN,
vanuit zijn expertise, met jou, op zoek naar wat jij nodig hebt.
Samen zoeken jullie uit wat kan helpen om de grote berg die diabetes soms is, verder te beklimmen.

 


De theorie is helder, simpel, en duidelijk. De praktijk is dat duidelijk niet!
We zijn niet perfect, we maken fouten, en dat is oké.

 


Wees mild, net en vooral wanneer het minder gaat.
Jezelf op die momenten nog eens extra op je kop geven, gaat het écht niet beter maken.
Vergeef jezelf, zoek troost en steun bij anderen, lach er misschien zelfs nu en dan om.
Ga op zoek naar wat je een volgende keer anders kan doen,
en blijf proberen, proberen, en proberen.
Hoeveel keer ben je gevallen vooraleer je kon lopen?

 

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

19 februari 2018Comments are off for this post.

Beter niet beter

 

Voor alle momenten in de therapiekamer waarbij schaamte, onzekerheid, en eenzaamheid de problemen groter, complexer, hardnekkiger, en moeilijker maakt.

 

Dragen we beter make-up? Geldt dit enkel voor vrouwen of niet?
Dragen we beter een hoofddoek, geloven we best in God, in Allah, of beter helemaal niet?
Vallen we beter op het andere geslacht; is het beter ons duidelijk man óf vrouw te voelen of net niet?
Eten we beter plantaardig, glutenvrij, zijn we beter wat te dik of toch maar beter niet?
Blijven we beter thuis voor de kinderen? Gaan we voor carrière?
Is het beter te pretenderen alles onder controle te hebben?
Gaan we in therapie of toch maar beter niet?

Artikels, opinies, reacties pro en contra.
Als een bulderende lawine komen ze op ons af, proberen ze ons te overtuigen waarom het beter is 'zó'.
Uiteraard, om de ‘juiste’ keuzes te maken zijn we best goed geïnformeerd.

Maar,
Laat ons, alstublieft, nog zelf beslissen wat 'juist' is voor ons.
Laat ons de maatschappelijke norm (wat dit vage en continue veranderende begrip ook moge betekenen), niet als de ‘betere' zien,
Laat ons elkaar de vrijheid blijven geven, om te mogen kiezen voor die zaken die ons leven meer waardevol maken, met respect voor de ander.

Anders is anders,
niet meer, niet minder,
niet beter, niet slechter,
gewoon, anders.

Laat ons waakzaam blijven voor lawinegevaar,
voor een bulderende lofzang over eigen ideeën en keuzes,
Laat ons waakzaam blijven,
en vermijden dat respect voor ’anders' ondersneeuwt.

Stoppen met hokjesdenken is misschien een illusie,
maar laat de hokjes, alstublieft, ten minste gelijkwaardig zijn.

20 oktober 2017Comments are off for this post.

Ook maar mensen #2: Kwetsbaarheid

Au sérieux
De therapeut houdt de balans tussen betrokkenheid en afstand.
Elk trauma mee beleven tot op het bot draagt wellicht niet onmiddellijk bij tot een betere hulpverlening.
Overzicht behouden door afstand, essentieel.
Het gericht inzetten van evidence-based methoden en technieken, een evidentie.
De focus op wetenschappelijkheid en professionaliteit, onontbeerlijk voor de psychologie na jaren op de lijst van oorkaarsen en tarotkaarten.

Immuniteits-amulet
Deze professionaliteit verbinden met kwetsbaarheid lijkt de uitdaging.
Werken met kwetsbaarheid is de kern van onze job. Volgens de cijfers, psychische problemen bij 1 op 4.
Helaas, hiervoor geen immuniteits-amulet voor psychologen bij het afstuderen.
Welke boodschap geven we aan onze cliënten wanneer we hierover open zijn? Welke boodschap geven we wanneer we dat niet zijn? True, de cliënt heeft er weinig aan de zakdoekendoos te moeten doorgeven aan zijn therapeut, laat staan zijn snot te gaan vegen.

Ik observeer
- Een ongemakkelijke stilte onder collega's wanneer een van hen vertelt in therapie te zijn,
- Onzekerheid bij de collega die me voorzichtig haar moeilijkheden vertelt en toegeeft dat ze hierover toch liever niet met te veel collega's spreekt,
- Verdeelde meningen over de inzet van ervaringsdeskundigen in de zorg,
- Angst die me bekruipt als ik eigen kwetsbaarheden deel tijdens een overlegmoment.

Horen, zien, zwijgen
In de therapeutenstoel gaat alles ok, hebben we uiteráárd alles onder controle, en vertellen we de cliënt dat er helemaal niets is waarover hij zich hoeft te schamen. We vertellen dat iedereen wel eens worstelt met zichzelf, met het leven. Om dit te staven, af en toe, een beredeneerde poging van zelfonthulling. Zeer voorzichtig, uiteráárd, want we blijven professioneel.
Hoeveel openheid van de therapeut is nodig, is een meerwaarde, is een noodzakelijkheid om tot betere behandelresultaten te komen?

Kan het stigma op mentale gezondheid verdwijnen, terwijl de hulpverlener zwijgt?
Dit is geen pleidooi voor het aangeven van zakdoeken, vegen van snot, of het spuien van een waterval aan worstelingen.
Hoogstens een uitnodiging, voor het stellen van eenzelfde hoeveelheid vragen over de functie van zowel het zwijgen als het spreken. Voor het investeren in meer onderzoek naar de impact van de therapeut als rolmodel voor minder stigma en minder schaamte, binnen de muren van de therapieruimte, én daarbuiten.

 

 

16 oktober 2017Comments are off for this post.

De ratrace als achillespees

Druk, druk, druk
We combineren een job, een gezin, een huishouden, een sociaal leven,
en zeggen aan iedereen die ons vraagt hoe het gaat: ‘druk’.
Want druk is goed, druk is succes, druk is iets maken van je leven.
We proberen te voldoen aan wat 'de maatschappij' van ons verwacht.

How to
In de google-searches top 10 van dit jaar:
“how to make money, how to loose weight, how to make pancakes"
We willen vooruit, we willen alles. Stilstaan is achteruitgaan.
Maar tegelijk is het net stilstaan en rust waarnaar we zoeken:
“How to meditate, how to be happy, how to fall asleep fast, how to lower blood pressure”

Van Dale
Het Van Dale woordenboek weet al langer dat ‘druk’ misschien niet hét ideaal is om na te streven:

  1. De kracht die op of tegen iets drukt
  2. Moeilijke omstandigheid
  3. Veel werk hebbend of meebrengend
  4. Onrustig en beweeglijk

Waarom verbazen we ons nog over de vele depressies, burnouts, stressgerelateerde aandoeningen?
Als een vat onder druk staat, vliegt het deksel eraf.

Onze omgeving kunnen we niet zomaar veranderen.
Rekening houdend met onze grenzen en mogelijkheden, kijken naar wat we doen, niet doen, en of dit de prioriteiten zijn die we willen stellen, kan wel.
Welke keuzes willen we maken, aan welke verwachtingen willen we voldoen, en voor dewelke bedanken we bij nader inzien toch liever graag.

"Only dead fish go with the flow"
- Andy Hunt-

17 augustus 2017Geen reacties

Wat is psychotherapie, en wat is het niet

"Een psychotherapeut lost onze problemen op" - NIET WAAR
Het zou soms makkelijk zijn moest dat kunnen, maar we zijn allemaal experts van ons eigen leven. Iedereen weet het best voor zichzelf wat hij of zij nodig heeft, wil en niet wil. De psychotherapeut kan helpen ontdekken welke keuzes we willen maken, en ons bijstaan in hoe we deze keuzes het best vormgeven. Hij kan helpen om vanuit zijn kennis met een andere bril te leren kijken, of op een andere manier om te gaan met moeilijke situaties.

"Klachten en problemen worden besproken" - WAAR
Het zou een beetje gek zijn, moest dat niet gebeuren. Uiteraard wordt hieraan veel aandacht besteed om een zo goed mogelijk beeld te vormen van waarmee we worstelen op dit moment. Daarnaast wordt uitgebreid stilgestaan bij onze sterktes en krachten. Deze kunnen ons helpen in het vinden van oplossingen voor de zaken waarmee we worstelen.

"Het enige dat een psychotherapeut doet is luisteren"- NIET WAAR
Een bezoek bij de kapper zou in dat geval meer zinvol zijn. We betalen evenveel, maar krijgen er op zijn minst iets voor terug, een mooie haarcoupe in dit geval.
Een therapeut helpt ons om tot inzichten te komen. Met deze inzichten gaan we vervolgens aan de slag. Praten over problemen is belangrijk, maar niet voldoende. Willen we dat onze klachten verbeteren, dan zullen we, binnen en buiten de sessies, moeten leren om op een andere manier te kijken, en moeten leren om ook daadwerkelijk anders om te gaan met voor ons moeilijke situaties.

"In psychotherapie wordt er uitgebreid gepraat over onze kindertijd" - WAAR en NIET WAAR
Dit is niet noodzakelijk, maar is zinvol om te kijken waar bepaalde patronen of gedragingen hun oorsprong hebben, en welke functie ze vervullen. Wel is het belangrijk dat deze patronen steeds worden teruggekoppeld aan de persoon wie we vandaag zijn, de problemen die we vandaag ervaren, de zaken waartegen we vandaag botsen. Enkel weten dat we als kind een vreselijke etter of het braafste kind van de klas waren, gaat onze problemen van vandaag niet automatisch oplossen.

"We zijn gestoord als we naar een psychotherapeut gaan" - NIET WAAR
Wat is normaal? Wat is abnormaal? Dat is erg individueel bepaald.
Waar het om gaat: Hoe groot is de last die we ervaren? Stel je voor, we hebben angst om te vliegen en reizen interesseert ons niet. Weinig problematisch. Stel je nu voor dat onze allerliefste plots beslist om aan de andere kant van de wereld te gaan wonen. We willen graag mee, maar durven niet. Onze vliegangst werd zonet een probleem.

"Een psychotherapeut heeft ze niet allemaal op een rijtje" - WAAR en NIET WAAR
Een psychotherapeut heeft ze net zoveel en net zo weinig op een rijtje als degene die voor hem zit. Zoals hierboven reeds gezegd is er geen duidelijke grens tussen wat normaal en wat abnormaal is. Het gaat steeds om hoe wijzelf (of onze omgeving) het ervaren. Vermits een psycholoog ook gewoon een mens is met zijn kwetsbaarheden en onzekerheden, is de kans even groot dat hij op een dag belemmeringen ervaart in het leven dat hij graag wil leiden.

Kijk eens naar hoe jij in het leven wil staan. Zijn er zaken die ervoor zorgen dat jij niet in het leven kan staan op de manier waarop jij dat wil? Dan kan het helpen om naar een psychotherapeut te stappen. Of het nu gaat om vliegangst in combinatie met een exotisch lief, of het je niet meer op openbare plaatsen durven begeven na een mislukte coupe bij de kapper. Een therapeut kan je helpen om te kijken hoe jij beter kan omgaan met de zaken die jouw belemmeren om het leven te leiden dat jij wil leiden.

8 juli 2017Geen reacties

Ook maar mensen #1: Onzekerheid

Sinds vandaag officieel gedragstherapeut.
Trots? Uiteraard.
Onzeker? Nog steeds even veel.

Drie jaar geleden is het inmiddels, dat ik als onzeker psycholoogje begon aan de opleiding. Blij als een klein kind was ik, wanneer ik hoorde dat ik mocht starten. Eindelijk, een stevige basis die alle zelftwijfel, onzekerheid, en gevoel van onkunde ging wegnemen. Die van mij een goed therapeut ging maken. Viel dat even tegen.

3 jaar lang werden we gedrenkt in kennis. Als een gretige spons nam ik daarvan zoveel mogelijk op. Niets dan boeiende ontmoetingen met personen om één voor één een voorbeeld aan te nemen passeerden de revue. Waar ik als puber nooit een crush had op Leonardo DiCaprio of the Backstreet Boys, werd dit de voorbije jaren overmatig goed gemaakt door mijn fascinatie en opkijken naar onze lesgevers. Wat een kennis, wat een ervaring. Tot zij vertelden dat ook zij mensen waren.

En hier sta ik dan, mij nog meer bewust van wat ik allemaal nog niet weet, van het feit dat twijfel en onzekerheid hand in hand gaan (of misschien zelfs moéten gaan) met het beroep van therapeut. Laat de realisatie van dit feit misschien nog wel de meest wijze les van de voorbije 3 jaar zijn. Om met de woorden van een groot meneer af te sluiten.

“Le doute n'est pas un état bien agréable, mais l'assurance est un état ridicule.”
― Voltaire